Sluit je een energiecontract af? Dan sta je voor een belangrijke keuze: vast of variabel. Met een variabel contract hangt wat je betaalt voor gas en elektriciteit af van de schommelingen op de markt. Maar hoe worden die prijzen eigenlijk berekend?
Zo werkt een variabel tarief
In tegenstelling tot een vast tarief, waarbij je een constante prijs per kWh betaalt, werkt een variabel tarief met een tariefformule die de marktprijs volgt: ‘prijs per kWh = a * X + b’. Hierbij zijn ‘a’ en ‘b’ variabelen die de leverancier bepaalt, terwijl ‘X’ de indexatieparameter is die de marktprijs weerspiegelt. Daarbij moet je rekening houden met:
- de termijn waarop je prijs verandert: de prijs die de leverancier gebruikt om je afrekening op te maken, is ofwel een maand- ofwel een kwartaalprijs.
- het type parameter waarmee je leverancier werkt. Er zijn contracten die de prijs op de beurs voor de dag nadien als uitgangspunt nemen, en er zijn er die werken met de marktprijzen voor een langere termijn.
- de prijsnotering van de beurs. Sommige contracten nemen het gemiddelde van de prijsnoteringen van meerdere dagen, terwijl andere naar de notering op de energiebeurs van één dag kijken. Dat laatste type contract houdt iets meer risico in, omdat de prijs op die ene dag net heel hoog kan zijn, en daaraan zit je dan vast voor de rest van de maand of het kwartaal.
Wat dit voor jou betekent
Op de tariefkaart van je contract zie je de details over de indexatieparameter. Maar eerlijk is eerlijk: dat type informatie is niet bepaald licht verteerbaar. Gelukkig brengt de V-Test van de VREG soelaas. Die scheert de prijsschommelingen die typisch zijn voor een variabel energiecontract allemaal over één kam. De test werkt met dezelfde groothandelsprijs, gebaseerd op de geschatte prijzen voor de komende twaalf maanden, zodat de verschillen tussen leveranciers terug te brengen zijn op de variabelen die ze zelf instellen, en je het meest objectieve beeld krijgt.