Categorieën
Energie uitgelegd

10 misvattingen over het capaciteitstarief

We legden al uit wat het capaciteitstarief inhoudt en hoe je het moet interpreteren in de klantenzone. In dit artikel helpen we enkele mythes over het capaciteitstarief de wereld uit.

1. “Het capaciteitstarief komt boven op mijn huidige factuur” 

Het capaciteitstarief is behoorlijk complex. Het is dan ook normaal dat er nog misvattingen bestaan over deze manier van rekenen. Want dat is dus: het capaciteitstarief is een berekeningswijze, géén extra bijdrage. Sinds de invoering ervan op 1 januari 2023 telt voor je factuur namelijk niet alleen hoeveel elektriciteit je verbruikt, maar ook hoeveel elektriciteit je tegelijkertijd verbruikt

Niet je hele factuur wordt trouwens op die manier berekend. Het capaciteitstarief is enkel van toepassing op de kosten die je betaalt voor het gebruik van het elektriciteitsnet: de zogenaamde ‘distributienetkosten’ of ‘nettarieven’.

2. “Ik heb een oude analoge meter, dus het capaciteitstarief telt niet” 

Het klopt dat Fluvius de gegevens van een digitale meter nodig heeft om te weten waar je verbruikspieken zitten. Maar dat betekent niet dat eigenaars van een oude analoge meter uit de boot vallen. Als je een klassieke meter hebt, die dus geen pieken kan meten, dan betaal je gewoon een minimumbijdrage, die overeenkomt met een piek van 2,5 kW. Die vermenigvuldigen we met een kost per kW.

3. “Het heeft geen zin meer om zuinig te zijn met energie” 

Het capaciteitstarief geldt, zoals gezegd, alleen voor de distributienetkosten. Die maken gemiddeld 30% uit van de doorsnee elektriciteitsfactuur. Je werkelijke energiekosten nemen nog altijd een grotere hap uit je rekening: zo’n 45%. En die blijven we berekenen op basis van hoeveel kW je per uur verbruikt. Voor het capaciteitstarief moet je je verbruik spreiden (en niet al je toestellen tegelijkertijd opzetten), maar het loont dus zeker nog de moeite om zuinig om te springen met energie. Hoe je dat doet? Lees gerust onze ‘back to school’-, keuken- en vakantietips.

 4. “Ik mag mijn elektrische toestellen niet meer samen gebruiken”

Je moet inderdaad opletten dat je niet te veel huishoudelijke toestellen tegelijkertijd gebruikt. Wanneer je bijvoorbeeld je wasmachine, vaatwasmachine en droogkast opzet terwijl je ook nog eens achter de kookpotten staat, kan je een verbruikspiek veroorzaken die je voelt op je energiefactuur. Als eigenaar van een grootverbruiker moet je extra opletten: spreid je het gebruik van een warmtepomp of elektrische auto niet goed, dan kunnen ze je op kosten jagen. Door te investeren in slimme apparaten en sturing kan je je capaciteitstarief zeker onder controle houden.

5. “Het capaciteitstarief geldt ook voor de energie die ik op het net injecteer”

Voor de berekening van het capaciteitstarief telt enkel hoeveel energie je (tegelijkertijd) afneemt; niet hoeveel je op het net zet. Het capaciteitstarief is met andere woorden alleen een afnametarief.

6. “Ik betaal meer voor een piek vroeg in de avond”

Dit klopt niet. Het capaciteitstarief houdt alleen rekening met de grootte van je piek, niet met het moment waarop die piek valt.

7. “Als ik de maximale vermogens van al mijn toestellen optel, ken ik mijn maandpiek”

Het klinkt misschien logisch om de som te nemen van de vermogens van alle elektrische toestellen die je samen aanzet, maar toch is dat geen goeie referentie voor het capaciteitstarief. Je grootste verbruikspiek van de maand komt in de praktijk namelijk neer op het hoogste kwartiervermogen van de maand (omdat je digitale meter elk kwartier je verbruik registreert), en niet al je toestellen staan een kwartier lang aan. Ze draaien ook niet constant op het hoogste vermogen. Sommige toestellen blijven dan weer wél de hele tijd werken, zoals je diepvriezer en koelkast. De maximumvermogens van je toestellen optellen, helpt dus niet om je maandpiek te kennen. Je klantenzone is een betrouwbaardere bron.

8. “Pieken boven 2,5 kW zijn duurder”

Voor elke kW van je verbruikspiek geldt hetzelfde tarief. De pieken boven 2,5 kW kosten dus niet méér. 2,5 kW is gewoon de ondergrens of de minimumbijdrage die iedereen betaalt voor de distributiekosten.

9. “Ik rij elektrisch, dus het capaciteitstarief is nadelig voor mij”

Met het capaciteitstarief doe je er goed aan om te plannen, en je elektrische auto niet eender wanneer op te laden. Maar het klopt niet dat je sowieso duurder uitkomt. Wie het slim speelt, kan net geld besparen. Als je je verbruik maximaal spreidt, een slimme laadpaal strategisch inzet en traag laadt, zal je energiefactuur wellicht lager zijn dan vóór de invoering van het capaciteitstarief.

10. “Ik heb een driefasige aansluiting, dus ik betaal extra”

Doen we je nu twijfelen over welk type aansluiting je hebt? Als gewone consument heb je wellicht geen driefasige aansluiting. Dit is een type elektrische aansluiting dat drie afzonderlijke stroomvoerende geleiders (fasen) gebruikt, naast een neutrale geleider en een aardgeleider. Dit systeem vind je vooral in industriële en commerciële omgevingen. In elk geval maakt het voor het capaciteitstarief niet uit of je een gewone monofasige of een driefasige elektriciteitsaansluiting hebt. Het enige dat telt, is de piek in verbruik die je digitale meter registreert (of waarvoor je met een oude meter een standaardbijdrage betaalt).

Categorieën
Energiemarkt

Het capaciteitstarief in de kijker

Vroeger betaalde je alleen voor de hoeveelheid kWh die je afnam van het net, maar aan dat systeem kwam een einde met de invoering van het capaciteitstarief. Dat is geen extra bijdrage, maar een andere manier van rekenen. Daarbij wordt niet meer alleen gekeken naar hoeveel elektriciteit je verbruikt, maar ook naar hoeveel elektriciteit je tegelijkertijd verbruikt. Het gemiddelde van je twaalf ‘maandpieken’ bepaalt hoeveel je capaciteitstarief dat jaar bedraagt. Welke redenering daarachter zit en hoe je een negatieve impact op je energiefactuur vermijdt? Je leest het hier. 

Waarom is het capaciteitstarief nodig?

We verbruiken steeds meer elektriciteit, bijvoorbeeld om zwembaden of onze woning te verwarmen, en we rijden vaker elektrisch. Groene alternatieven zoals e-wagens en warmtepompen helpen ons evolueren naar een emissieloze samenleving, maar ze kunnen ook tot piekbelastingen leiden. Beeld je maar eens in dat iedereen ‘s avonds na het werk zijn of haar elektrische wagen inplugt. Het capaciteitstarief is bedoeld om zo’n overbelasting van het net te vermijden: wie hoge pieken veroorzaakt, zal meer betalen dan consumenten die hun verbruik beter spreiden.

Nettarieven versus energiekost 

Je energiefactuur valt uiteen in drie onderdelen: de energiekost, de nettarieven en enkele heffingen. Het capaciteitstarief geldt alleen voor het deel ‘nettarieven’. Die maken wij als leverancier rechtstreeks over aan de distributienetbeheerder voor onder meer de aanleg en het onderhoud van het elektriciteitsnet. Volgens de VREG zijn de nettarieven voor een gemiddeld gezin verantwoordelijk voor zo’n 14% van het totale factuurbedrag. 

Sinds de invoering van het capaciteitstarief is het onderscheid tussen dag- en nachttarief verdwenen voor de nettarieven. Op het deel energiekost is het wel nog van toepassing.

Doe je maandpiek dalen

Dankzij cijfers van de VREG kan je jouw verbruikspieken vergelijken met die van andere Vlamingen. 

  1. Check via Mijn Fluvius wat je piekvermogen per maand is.
  2. Bereken het gemiddelde door de vermogens op te tellen en te delen door het aantal maanden.
  3. Vergelijk je resultaat met de gemiddelde maandpiek van Vlaamse gezinnen in de tabel van de VREG. Je zal zien dat die rond de 4 kW ligt.

Zit je daar (ver) boven? Probeer je energieconsumptie dan beter te spreiden door toestellen waarvan het niet uitmaakt wanneer je ze gebruikt niet in te schakelen op je piekmoment. Dat is voor de meeste gezinnen het moment waarop ze het avondeten klaarmaken. Concreet betekent dat dat je je wasmachine, vaatwasmachine of droogkast niet opzet terwijl je achter de kookpotten staat. Simpel, maar efficiënt!